College van gouda is gevallen
College van gouda is gevallen
Op maandag 4 juli jl. heeft wethouder Laura Werger (VVD) haar ontslag aangeboden aan de raad. Dit nadat op 30 juni jl. de VVD-fractie uit de coalitie was gestapt. Daarmee ontviel de coalitie een meerderheid en werd ook onduidelijk wat de positie van de wethouder was. De 4 overgebleven coalitiepartijen – D66, PvdA, GL en Gouda Positief – stelden wethouder Werger een ultimatum dat ze vrijdag 1 juli jl. 17 uur die duidelijkheid moest geven. Toen de wethouder aangaf 4 juli in de openbare vergadering van de raad duidelijkheid te willen geven, gaven de 4 overgebleven coaltie-partijen te kennen dat een vertrek van de VVD-fractie voor hen ook betekende dat Laura Werger zou vertrekken. Uiteindelijk legde de wethouder 4 juli een verklaring af in de raad en diende haar ontslag in. De VVD-fractie verklaarde 4 juli in de raadsvergadering zich al langere tijd minder te herkennen als liberale partij in de uitvoering van het coalitieakkoord. Voor hen herkenbare punten werden door de overige coalitiepartijen vaak via moties en amendementen minder liberaal gemaakt. Het onderlinge vertrouwen binnen de coalitie nam af, zeker na de stemmingen rond de invulling van de PWA-kazerne in Gouda Noord. De VVD heeft toen ook de steun aan de oppositie gegeven, waardoor de plannen van het college voor o.a. een moskee in de kazerne niet door gingen. Ook was er onvrede binnen de VVD over de aanpak van de wijkteams en Koudasfalt. Maar de druppel voor de VVD was de motie van de oppositie op 22 juni jl., toen GoPo en PvdA een motie rond stichting Horizon steunden, waardoor de motie aangenomen werd. Dit terwijl de wethouder (L. Werger) had gezegd dat die motie onuitvoerbaar was.
De 4 overgebleven partijen gaven 4 juli aan niet te begrijpen waarom de VVD eruit was gestapt. Deze partijen brachten een gespreksnotitie in (die de raadsleden zondagavond laat ontvangen hadden) waarin ze aangaven dat voor hen alle opties voor hoe nu verder open lagen. Tot eind september wilden ze doorwerken met een minderheidscoalitie 9dus met z’n vieren). Voor de langere termijn wilden ze doorgaan als minderheidscoalitie of de coalitie uitbreiden met één of meerdere partijen. Uiteraard heeft de SP goed geluisterd naar het verhaal van de 4 coalitiepartijen, maar kregen we onvoldoende antwoord op onze vragen. Dit wekte geen vertrouwen voor de korte en lange termijn.
Na de verklaringen van de wethouder, VVD en minderheidscoalitie diende de 4 juli de gehele oppositie – dus inclusief SP – een motie van wantrouwen in. Deze motie van wantrouwen werd door de VVD-fractie gesteund. Met 18 stemmen voor en 17 tegen werd deze motie aangenomen, waardoor de overgebleven wethouders vielen: Bergman (D66), Tetteroo (PvdA), de Laat (GoPo) en Niezen (GL).
De verklaring voorafgaande aan de motie van wantrouwen:
Voorzitter,
Vanavond hebben we de verklaring van Laura Werger gehoord, alsmede het verhaal van de Ronald Verkuijl van de VVD. Dit weekend ontvingen wij daarnaast namens de coalitiepartijen een memo van collega Thierry van Vugt met meerdere opties voor de toekomst. Daarnaast heeft het college haar visie op de toekomst gegeven nu ze een minderheidscoalitie vormt.
Voor ons is er een geheel nieuwe situatie ontstaan door het besluit van de VVD om de coalitie niet langer meer te steunen en het besluit van Laura Werger om terug te treden als wethouder.
Door het besluit van de VVD is er nu sprake van een college dat niet meer vanzelfsprekend kan rekenen op een raadsmeerderheid en het college zal bij ieder besluit dat wordt genomen moeten lobbyen voor een raadsmeerderheid.
Deze situatie baart ons grote zorgen omdat de afgelopen jaren is gebleken dat het college moeizaam communiceert zowel naar de raad als extern naar de stad toe. Denk daarbij aan het sociaal domein, PWA Kazerne, wijkteams, Jan van Beaumontstraat en diverse bestemmingsplannen. Dat geeft weinig vertrouwen naar de toekomst toe als dit gehavende minderheidscollege uitvoering moet geven aan belangrijke dossiers. Het is daarbij de vraag in hoeverre hierin verbetering komt als dit college aangevuld zou worden met één of meer partijen. Bovendien heeft de voltallige oppositie eerder het vertrouwen in dit college al een keer opgezegd.
Daarnaast vinden wij het voor een goed bestuur essentieel dat er sprake is van onderling vertrouwen en een goede verstandhouding, zowel tussen de college leden onderling als tussen college en gemeenteraad en uiteraard niet in de laatste plaats: tussen college en stad. Voor zover wij dat hebben kunnen waarnemen is hier dikwijls geen sprake van geweest en dat baart ons grote zorgen.
Naar de toekomst toe is onze inzet dat Gouda bestuurd wordt door een college met een open vizier naar de stad en dat zichtbaar en merkbaar invulling geeft aan een open bestuursstijl.
Om met een schone lei verder te kunnen gaan dienen wij als gezamenlijke oppositiepartijen een motie van wantrouwen in.
Als de motie wordt aangenomen stellen we voor om onder leiding van een externe deskundige, die draagvlak heeft bij zowel de huidige coalitie als oppositie partijen, een verkenning te doen welk college – rekening houdend met de huidige situatie – het beste kan rekenen op een breed draagvlak in de raad en in de samenleving. Deze deskundige dient vervolgens ook als formateur de collegevorming ter hand te nemen.
Daarbij is het van belang dat er tussen de beoogde coalitie partijen sprake is van voldoende onderling vertrouwen en dat de beoogde college leden als een team functioneren en elkaar wat competenties betreft onderling aanvullen en versterken. Inzet daarbij dient te zijn dat de stad een college krijgt waar de inwoners trots op zijn.
Inzet moet zijn dat uiterlijk 15 september er een nieuw college kan aantreden.
ChristenUnie, Theo Krins
CDA, Huibert van Rossum
SP, Lenny Roelofs
SGP, Arjan Versteeg
Gouda’s 50+ Partij, Ed de Lange
Partij voor de Dieren, Corina Kerkmans
GBG, Jan de Koning
Hoe nu verder?
De burgemeester neemt volgens wettelijke regeling tot de komst van een nieuw college de lopende zaken nu waar. De SP voelt een grote verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een opener en betere relatie tussen de stad en haar bestuur. Het is daarbij belangrijk dat er zo snel mogelijk een nieuw college komt. Hans van Dijk en ik zullen langs de lijnen van de inhoud en onze partijprincipes ons constructief inzetten in het komende proces. Ik zal aandringen op de snelle komst van een verkenner, die het proces de komende periode begeleidt.
Lenny Roelofs
Fractievoorzitter SP Gouda